home       basis       routing       switching       advanced       security       overig       testen      

  1. (6) Schrijf van de volgende 3 ip-adressen:
     
    10.33.158.132/28 -- 165.121.205.145/22 -- 62.23.161.177/13
     
    • telkens decimaal: de ​ NET-ID / NET-broadcast / NET-MASK
    • het maximum ​ aantal hosts
    • is de adressenreeks ​ public of private
       
  2. (4) Los de volgende switch simulaties op:
     
  3. (3) Geef 2 protocollen uit de transportlaag van het PraktijkModel. Welk protocol is connection oriented?
     
  4. (3) Geef transportprotocol, poortnummer​​ en ​ volledige naam​​ van de volgende application-protocollen:
    (Voorbeeld SMTP: tcp,25 - simple mail transfer protocol)
     
    • DNS
    • TELNET
    • IMAP4
       
  5. (3) Teken een ​ ethernet-frame​​ ; benoem alle velden -- waarvoor dient het TYPE veld
     
  6. (3) Waarvoor staat de ​ afkorting​​ van de volgende drie protocollen; ​ waarvoor dienen deze protocollen?
    • DHCP
    • IPv4
    • FTP
       
  7. (3) bandbreedte:
    een transfert tussen 2 machines op de LAN via een Router-on-a-Stick geeft in theorie een snelheid van 500Mbit/s.
     
    • Hoelang duurt in theorie een transfert van 5GB (een DVD).
    • In werkelijkheid duurt de download 7 minuten. Wat is de werkelijke snelheid.