examen opdracht 4 – vlan's, router on a stick en telnet
- SCHEMA:
- SJABLOON:
exa-avo1-juni2023-vlan-descaled-telnet
- OPDRACHT:
- configureer VLANs en TRUNK lines
- configureer Inter-VLAN-routing met een router-on-a-stick
- configureer telnet om alle PC's en Devices te bereiken vanaf 1 controle PC
- Bekijk het schema:
Er zijn 3 switches: S0, S1 en S3, een Router, R1, en 5 PC's.
- Configureer Trunk Lines: op alle switches zijn
fa0/1-2
enGi0/1-2
trunk ports.
- Configureer de VLANs 10 en 30 en 99 op alle switches:
- range fa0/10-14 VLAN 10
- range fa0/20-24 VLAN 30
- Op
S0
hangt een PC opfa0/9
, waarmee we willen telnetten naar S0, S1, S3 en R0. Zet poort fa0/9 op S0 in VLAN99.
- je moet telnet configureren met een username en een paswoord op de vier netwerk-devices.
Op alle devices configureer je:- username van telnet:
user
- password van telnet:
sdf12345
- username van telnet:
- telnet vanaf de telnet-PC doe je in packettracer met het commando:
telnet -l <username> <ip-address-device>
- Het ip-adres van S0 op vlan99 is
172.19.99.99/28
.
Bereken netID en netBC om vergissingen te vermijden;
geef daarna correcte adressen aan:
PC-telnet, S1-vlan99, S3-vlan99 en R0-vlan99;
(op R0 gaat dat anders dan op een switch) De informatie op het sjabloon is misschien niet correct, pas dit aan indien nodig.)
- Zorg er nu voor dat je vanaf PC-telnet elk device kunt pingen,
en bijgevolg er ook naar elk device kan telnetten.
(mits de juiste eenvoudige config opvty
van die switch of die router)
- Geef vervolgens correcte adressen aan de 4 PCs in VLAN10 en VLAN30;
PC1.10 en PC3.10 in vlan10 op netID: 192.168.10.0/24
PC1.30 en PC3.30 in vlan30 op netID: 192.168.30.0/24
Kijk na of PC's in dezelfde VLAN mekaar kunnen pingen.
- Configureer R1 met de juiste subinterfaces en de juiste trunk-lijn zodat
PC's uit vlan10 kunnen pingen met PC uit vlan30.
- Zorg er tevens voor dat
PC-telnet
metR0
kan telnetten.
Als al het hogere correct is verlopen, zou je ook moeten kunnen
pingen van elke PC naar alle devices en naar PC-telnet.