SWITCHES: basishandelingen, basisbegrippen
Een netwerk switch, kort SWITCH, is een netwerkapparaat, gebruikt om de netwerken te segmenteren in verschillende LAN-segmenten. Pakketten worden gefilterd op basis van het MAC-adres.
- Switches hebben verschillende poorten (vaak tientallen of meer).
- Wanneer gegevens op een willekeurige poort aankomen, wordt het bronadres bekeken en opgeslagen in een MAC-tabel (MAC-adress <> poortnummer).
- Daarna wordt het bestemmingsadres bekeken.
- Als de bestemming gekend is in de MAC-tabel, wordt een pakket alleen doorgestuurd naar de poort waarop de bestemming zich bevindt.
- Indien niet gekend, wordt het pakket naar alle poorten met een netwerkaansluiting gestuurd, behalve waar het vandaan komt.
- Switches werken in de Data Link Laag (MAC laag)
- Bij een volledige load (alle MAC-adressen gekend), stuurt de switch alleen pakketten naar het apparaat dat is geadresseerd.
- Switches werken in full-duplex-modus.
- Switches wijzen elk LAN-segment een beperkte bandbreedte toe.