bandwidth

Voor een netwerkverbinding is de bandbreedte van een bepaald medium de theoretisch maximale capaciteit of hoeveelheid aan gegevens die binnen een eenheidstijd (1 seconde) kunnen worden overgedragen. De eenheid van bandbreedte is bits per seconde (bps), maar deze capaciteit wordt doorgaans uitgedrukt in megabit per seconde (Mbit/s) of gigabit per seconde (Gbit/s). Synoniemen voor bandbreedte zijn doorvoercapaciteit of overdrachtcapaciteit. Het begrip bandbreedte wordt vaak verward met de snelheid van bits, maar deze laatste is nagenoeg constant: zowel bij 100 Mb als 1 Gb Ethernet worden bits immers met de snelheid van elektriciteit verzonden. Bij bandbreedte telt dus niet de snelheid, maar het aantal bits dat per seconde wordt verzonden.